zaterdag 13 oktober 2012

Bonita Avenue

Het boek Bonita Avenue van Peter Buwalda is het verhaal van een familie die langzaam maar zeker en onvermijdelijk uit elkaar valt, hetzij door de dood, hetzij door in het leven banden te verbreken. Het is het verhaal van menselijke onvermogens, verraad en zelfdestructie.

De spanning zit ‘m niet in de afloop, want die is al in een vrij vroeg stadium bekend. De spanning zit ‘m vooral in het hoe en het waarom van de desintegratie van een op het oog redelijk gelukkig en succesvol gezin.

De personages zijn immer op de vlucht; voor zichzelf, voor het leven en voor de ander. Niet dat dit ergens toe leidt overigens.

Uit het bovenstaande zou de conlusie getrokken kunnen worden dat Bonita Avenue een treurige en sombere roman is. Dat is niet zo. Als ik een etiket op deze roman zou moeten plakken, zou ik het een dark comedy willen noemen, want er valt namelijk redelijk veel te (glim)lachen, vooral om de  absurde situaties en de rake typeringen van de schrijver. Want schrijven kan Buwalda wel.

Dit boek doet me in de verte wat denken aan de romans van John Irving: absurde situaties, en een sterk, afgerond verhaal met hoofdpersonen die niet bepaald clichématig worden neergezet. De thematiek is toch vooral het menselijk onvermogen om gelukkig met jezelf en met de ander te kunnen worden.

Waar Irving zijn personages uiteindelijk vaak na een lange zoektocht (die tot inzichten en wijsheden leidt) toch het geluk laat vinden is daar bij Buwalda geen sprake van. Zelf een lange zoektocht naar zingeving brengt de mens uiteindelijk geen stap verder.

Het was niets, het is niets en het zal nooit iets worden.

*****

zaterdag 29 september 2012

Rugpijn en films

Het is waar wat Johan Cruyff ooit gezegd heeft: ieder nadeel heeft zijn voordeel. Omdat ik de laatste weken behoorlijk last van mijn rug had (spit, reuma, slijtage, ouderdom, wie zal het zeggen) en daardoor wel gedwongen was dagenlang plat op mijn rug door te brengen, had ik eindelijk de gelegenheid een stapel films te bekijken die al veel te lang op de plank lagen om bekeken te worden.

In de praktijk vulde ik drie dagen met het kijken naar zo’n vijftien films. Plat op de rug met een laptop op de buik en een koptelefoon over het wijze hoofd getrokken heb ik deze klus geklaard.

Hieronder zal ik enkele van de tot mij genomen films kort bespreken, overigens zonder al te veel van de inhoud prijs te geven.

Miss Bala (Mexicaans, 2011).  Deze grimmige film zonder veel opsmuk speelt zich af in het geweldadige Mexicaanse criminele circuit. Een  doorsnee vrouw wordt daar, zonder zelf een keuze te hebben, onderdeel van. Het idee dat de mens van nature goed is, wordt door deze film behoorlijk aan het wankelen gebracht. ****

An Education (Engels, 2009). Speelt zich af in een Londense buitenwijk tijdens het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. Op zich een vrij eenvoudig verhaal, dat door de nuances en het voortreffelijke spel van de acteurs een topfilm is. Een meisje van 16 jaar krijgt de kans te ontsnappen aan de benauwende atmosfeer van het na-oorlogse Londen. Die kans grijpt ze met beide handen aan. *****

Lock, stock and two smoking barrels (Engels,1999). Dit is een buitengewoon humoristische film zonder veel pretenties die zich afspeelt in de Londense onderwereld. Grappige personages, lachwekkende dialogen en een vet cockney-accent. Ondanks het feit dat het aantal lijken in deze film aan de hoge kant is, is dit toch een feel good movie. Deze film is een beetje een voorganger van het iets geliktere maar even grappige Snatch. Je kunt veel van Engelsen zeggen, maar niet dat het ze aan gevoel voor humor ontbreekt.****

Sur mes levrès (Read my lips) (Frans,2001). Eén van de allerbeste acteurs ten wereld, waar sterren als Brad Pitt en George Clooney nog een puntje aan kunnen zuigen, is de Franse acteur Vincent Cassel. Vincent Casssel speelt geen rol, hij ís de rol. Vincent Cassel is deze keer een ranzig, net uit de gevangenis ontslagen kruimeldiefje die via de reclassering als hulpje van een bijna dove secretaresse aan de slag gaat bij een onroerend goed firma. Tussen de secretaresse en de kruimeldief ontstaat een relatie. ****

The Snowtown Murders (Australisch, 2011). Een supergewelddadige film die zich afpeelt in de treurige onderklasse van Australië. Een gure, nietsverbloemende inkijk in de wereld van de kanslozen.  Gebaseerd op de beruchte (waargebeurde) seriemoorden, gepleegd door onder anderen de charismatische psychopaat John Bunting, werkelijk zeer voortreffelijk neergezet door de acteur Daniel Henshall. ****

Headhunters (Noors-Duits, 2011).  Een prachtige thriller die me wat doet denken aan No Country For Old Men van de gebroeders Coen. Het verhaal is vrij absurd, soms zo over de top voor wat betreft bloederige scenes, dat het gewoon grappig is. Het leuke van de film zit ‘m ook in de kleine dingen: een grote vechthond die vastgeprikt zit aan een tracktor, eeneiige en dikke tweelingbroers die de rol spelen van politiemannen. Veel te zien, te lachen en te genieten. Nog behoorlijk spannend ook. Gebaseerd op het gelijknamige boek van Jo Nesbø. ****

Animal Kingdom (Australisch, 2010).  De zeventienjarige Joshua komt na het overlijden van zijn moeder terecht bij zijn grootmoeder. Die is niet alleen, maar leeft samen met vier ooms van Joshua die allen maffia-figuren zijn.  De film geeft een boeiend inkijkje in het leven van deze gangsters. Morele zekerheden (wat is per definitie goed en fout) worden door deze film aan het wankelen gebracht. ****

American Beauty (Amerikaans, 1999). Het treurige van Hollywood-films vind ik altijd de te nadrukkelijke aanwezigheid van een moraal, een boodschap. Dat geldt ook voor deze film. Desalniettemin een prachtige film, waarin de boodschap (het gaat in de Amerikaanse samenleving teveel om uiterlijkheden) buitengewoon knap verpakt is, met humor, een strak verhaal met soms verrassende wendingen en goed acteerwerk. ****

Met mijn rug gaat het overigens weer een stuk beter!

woensdag 12 september 2012

Te veel en te weinig betalen


Een paar dagen uitwaaien  aan de Thaise Golf in Pattaya of Hua Hin is heerlijk, maar ik moet er niet aan denken om me permanent in dergelijke toeristische oorden te gaan vestigen. Nagenoeg iedere Thai die zich in Pattaya bevindt, is daar voor maar één ding: centjes verdienen. Centjes verdienen aan toeristen om het preciezer te zeggen.

Daar is niets mis mee, maar omdat ik blank ben, word ik als vanzelfsprekend door iedere Thai in Pattaya gezien als een toerist, terwijl ik dat niet ben. Is dat erg? Nee, niet als je maar een paar dagen per jaar in Pattaya verblijft. Vervelend is het als je wat langer in Pattaya verblijft. Omdat ik vanwege mijn huidskleur vanzelfsprekend als toerist gezien wordt, gelden voor mij prijzen die te hoog liggen. Dat geldt voor nagenoeg iedere service en aankoop.  Dat is irritant, maar voor een paar dagen prima uit te houden.

Het grappige is dat in niet-toeristisch Thailand precies het tegenovergestelde het geval is. In de Bangkokiaanse wijk waar ik momenteel woon, zijn nagenoeg geen blanken en veel Thai vinden het prachtig om een praatje met een blanke te kunnen aanknopen. Dit resulteert in grotere porties eten en in kortingen die ik vooral op eten krijg. 

zaterdag 1 september 2012

De macht van meneer Miller en andere boeken


Veel goede schrijvers zijn er niet in Nederland, een uitzondering daargelaten. Daarom kies  ik meestal voor boeken uit het Engelse taalgebied. De laatste Nederlandstalige schrijver van internationale allure was de Vlaming Willem Elsschot, maar die is al meer dan vijftig jaar dood. Mulisch, Reve en Hermans vind ik overschatte schrijvers, internationaal gezien niet meer dan middenmoot.

Ik leefde dus met het vooroordeel dat alles wat in het Nederlands geschreven wordt, bij voorbaat bagger is. Daar moet ik van terug komen.

De afgelopen weken heb ik na het lezen van enkele goede recensies vier boeken gelezen van Charles den Tex, een Nederlandse schrijver van thrillers. Ik ben begonnen met twee boeken uit de Bellicher serie (althans, ik hoop dat het een serie wordt): De macht van meneer Miller en Cel. Beide boeken heb ik verslonden. Beide boeken hebben vaart, zijn spannend en hebben een goed doordacht plot. De personages zijn mooi uitgewerkt. Waarin De Tex zich onderscheidt, is het virtuoos hanteren van de taal. Minstens iedere pagina valt er iets te glimlachen.

Van De macht van meneer Miller is een TV-serie gemaakt. Dat snap ik nu wel. Beide boeken zijn winaar van de Gouden Strop geworden: De macht van meneer Miller in 2005 en Cel in 2008.

Twee eerdere boeken van Den Tex: Dump (1995) en Code 39 (1998), zijn ook prima boeken, maar hebben nog niet het nivo van de hierboven beschreven boeken. Met name het ‘Stegger-personage’ in Code 39 vond ik erg aardig.



vrijdag 24 augustus 2012

Gesprekje met een Noor


Gisteren een lang en ook wel boeiend gesprek gehad met een ongeveer vijftigjarige Noor. De man woont permanent in Thailand en is muzikant. Gekscherend vroeg ik hem of het fijn was om Noor te zijn, gezien het feit dat zijn vaderland het rijkste land ter wereld is, afgezien van enkele olielanden en mini-staatjes. Dit alles vooral dankzij olie- en gasopbrengsten.

Tot mijn lichte verbazing ging hij serieus op mijn vraag in en hij antwoordde me dat de Noorse rijkdom eerder een last dan een lust is. Daar wilde ik wel meer van weten en een gesprek ontspon.

Hij vertelde dat veel Noren moe van de rijkdom zijn. Wat je ook doet en wie je ook bent, er is altijd meer dan voldoende geld beschikbaar. Iedere prikkel om iets te bereiken of om creatieve bronnen in jezelf aan te boren ontbreken ten enen male, want geld is er immers in overvloed. De Noorse overheid zorgt zo goed voor zijn inwoners, dat het als een klamme, verstikkende deken aanvoelt.

Noorwegen is dan wel het rijkste land ter wereld, maar volgens hem zonder enige twijfel ook het saaiste land ter wereld. Niemand haalt het beste uit zich en iedereen sukkelt maar wat sloom door het leven. In Thailand leven zo’n 4.000 Noren permanent, vertelde hij me, moe als ze allemaal zijn van het risicoloze en voorspelbare leven in Noorwegen.

Een bloeiende cultuur ontbreekt ten enen male in Noorwegen. Zelfs Zweden is een stuk spannender dan Noorwegen. Daar gebeurt ten minste wat. Niet veel..., maar in ieder geval wat. Zelf heeft hij enkele jaren geleden zijn goede baan in Noorwegen opgezegd en inmiddels leeft hij al enkele jaren als muzikant in Thailand.

Noorwegen is de verzorgingsstaat in optima forma. De mensen zijn er rijk, maar veel lol hebben ze er klaarblijkelijk niet, dat werd me wel duidelijk.

vrijdag 17 augustus 2012

11-22-1963


Tot pakkembeet zo mijn 22ste, heb ik Stephen King verslonden.  Ik las alles van hem en hij schreef hele dikke boeken. Deze combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik letterlijk tienduizenden bladzijden van hem gelezen moet hebben.

Maar naarmate de tijd verstreek, vond ik King steeds minder lezenswaardig. Het genre (horror) waarin hij zich beweegt, is niet echt mijn ding. Ik vond hem steeds minder verrassend en uiteraard veranderde ikzelf ook.

Dus heel lang heb ik King links laten liggen. Tot drie dagen geleden, want toen heb ik (na het lezen van goede kritieken) toch maar weer een boek van King opgepakt: 11-22-1963. Daar heb ik geen spijt van. Geen horror deze keer, maar een combinatie van verschillende andere genres: thriller, science fiction, non-fictie.

King verkoopt beter dan de bijbel en toch is deze financieel onafhankelijke man er weer in geslaagd een formidabel boek te schrijven.  Schrijven is bij hem geen beroep maar een roeping. Het plezier spat van de pagina’s.

Het boek levert wel een probleem op: nadat de eerste 10 bladzijden gelezen zijn, is het onmogelijk om deze baksteen (846 bladzijden, een ouderwets  King-formaat) aan de kant te leggen. Wees dus gewaarschuwd.


vrijdag 10 augustus 2012

Stad of platteland?


Hoe is het mogelijk dat veel mensen wonen in een grote stad verkiezen boven een leven op het platteland? In een grote stad heb je vaak geen tuin, de prijzen van wonen liggen er een stuk hoger en het aantal bewoonbare vierkante meters zijn meestal veel kleiner in getal.

Toch kan ik me wel vinden in de stelling dat stedelijk wonen te verkiezen is boven landelijk wonen.

 Het is waar: de woning waar ik nu woon, is inderdaad een stuk kleiner. Maar aan de andere kant ben ik heel vaak uithuizig, meer dan ik ooit op het platteland gewend was. Voor lekker eten heb ik de keuze uit de beste restaurants in dit deel van de wereld. De meeste vrienden wonen in Bangkok, dus we kunnen elkaar makkelijk ontmoeten. Vrienden ontmoet je soms bij bij elkaar thuis, maar nog vaker in de grote parkachtige tuinen die je op de kavels van ieder redelijk riant appartementencomplex kunt vinden.

De infrastructuur is super: snel internet en efficient transport. Vliegvelden in de buurt. Nooit stroomuitval. De duurste shopping-malls, de goedkoopste weekend-markten. De nieuwste films. Een uiterst gevarieerd uitgaansleven, van braaf tot ruig. Een gym, nooit verder dan twee kilometer weg. Remia knoflooksaus en de beste rode wijnen, het is er allemaal.

En dan dus het prachtige Lumpini-park, waar ik ieder dag mijn rondjes fiets. Dit park wordt perfect onderhouden en is vrij van honden. Dat doen ze allemaal speciaal voor mij.

Knallen in het Lumpini-park

Oase van rust

Vaste bewoner van het park: een monitor-lizard