vrijdag 30 maart 2012

Plassen in Bangkok


Een van de serieuzere problemen van het leven in een grote stad, Bangkok bijvoorbeeld, is af en toe het doen van een plasje. Een gratis plasje. Lopend over Silom Road of Sukhumvit Road is het op zich niet moeilijk een toilet te vinden, maar een toilet waar men zonder betaling zijn of haar aardappels af kan gieten is moeilijk te vinden. 

Bomen zijn er nagenoeg niet en wildplassen is in Bangkok sowieso verboden, dus dat is geen optie. De eerste de beste bar binnenstappen, daar een versnapering bestellen, dan 3 baht betalen voor een bezoek aan een, in verreweg de meeste gevallen ranzig toilet is voor mij wel een optie, maar alleen in uiterste nood.

Over dit probleem heb ik enkele jaren geleden diep en uitgebreid nagedacht. Uiteraard betaalde deze inspanning zichzelf terug in de oplossing van het probleem. De oplossing is eigenlijk vrij simpel, geniaal in zijn eenvoud mag ik wel zeggen.

In Bangkok barst het van de vijfsterrenhotels. Als blanke met een volle blaas stap je het eerste het beste vijfsterrenhotel binnen, nooit verder dan tweehonderd meter verwijderd van de plek waar je je bevindt. Het personeel in de lobby denkt "oh, een blanke, hij is vast hotelgast'".  Voorwaarde is wel dat je een zo arrogant mogelijk hoofd trekt en er niet al te onverzorgd uitziet.

In de buurt van de lobby bevindt zich altijd wel een reeks toiletten en nadat je een een toilet hebt uitgezocht, ga je daar uitgebreid een plasje doen. Je wast je handen na afloop met water dat in sommige gevallen afkomstig is uit gouden kranen.

Jarenlang werkte dit systeem prima. Soms betreurde ik het als ik niet hoefde te plassen wanneer ik bijvoorbeeld langs het Landmark Hotel in Sukhumvit Road liep. Daar kan men pas plassen op niveau.

Drie weken geleden liep ik op Sukhumvit Road van een boekhandel naar een skytrain-station. Ik moest ontzettend nodig plassen, mijn blaas stond op knappen. Ik stapte het eerste het beste vijfsterrenhotel binnen, in dit geval een Sofitel, en werd bij binnenkomst direct staande gehouden door een vriendelijk dame die bij het hotel hoorde.

Ze stelde zich voor (“Mot”) en vroeg me waarmee ze me van dienst kon zijn. Dit was een nieuwe situatie voor me en mijn hersenen werkten op volle toeren. Met een volle blaas valt dat niet mee. Om de een of andere reden kreeg ik de woorden “ik moet pissen als een reiger” niet uit mijn strot.

Ik vertelde haar dat mijn ouders over drie weken Bangkok zouden bezoeken en dat ik een beetje rondkeek om een geschikt onderkomen voor ze te vinden. Mot nam me gelijk mee naar de 44ste verdieping om mij daar uitgebreid een showkamer te tonen. Ze vertelde dat het hotel nog maar een paar dagen geopend was en dat er nog geen gasten waren.

Nu snapte ik waarom het personeel alle tijd had om iedere bezoeker een uitgebreide rondleiding te geven. Na de rondleiding zo kort mogelijk gehouden te hebben en afscheid van Mot genomen te hebben, sprong ik in een taxi en stond ik binnen twee minuten voor het drie kilometer verderop gelegen Landmark Hotel. Ik sprintte naar het dichtstbijzijnde toilet in het hotel en verloste mijzelf daar van een veel te volle blaas.

Heb ik iets geleerd van deze gebeurtenis? Ja, mijn systeem werkt op zich wel, maar behoeft enige verfijning. Nieuwe vijfsterrenhotels zijn bijvoorbeeld absoluut taboe.