Een van de serieuzere
problemen van het leven in een grote stad, Bangkok bijvoorbeeld, is af en toe
het doen van een plasje. Een gratis plasje. Lopend over Silom Road of Sukhumvit
Road is het op zich niet moeilijk een toilet te vinden, maar een toilet waar
men zonder betaling zijn of haar aardappels af kan gieten is moeilijk te
vinden.
Bomen zijn er nagenoeg niet
en wildplassen is in Bangkok sowieso verboden, dus dat is geen optie. De eerste
de beste bar binnenstappen, daar een versnapering bestellen, dan 3 baht betalen
voor een bezoek aan een, in verreweg de meeste gevallen ranzig toilet is voor
mij wel een optie, maar alleen in uiterste nood.
Over dit probleem heb ik
enkele jaren geleden diep en uitgebreid nagedacht. Uiteraard betaalde deze
inspanning zichzelf terug in de oplossing van het probleem. De oplossing is
eigenlijk vrij simpel, geniaal in zijn eenvoud mag ik wel zeggen.
In Bangkok barst het van de
vijfsterrenhotels. Als blanke met een volle blaas stap je het eerste het beste
vijfsterrenhotel binnen, nooit verder dan tweehonderd meter verwijderd van de
plek waar je je bevindt. Het personeel in de lobby denkt "oh, een blanke,
hij is vast hotelgast'". Voorwaarde is wel dat je een zo arrogant
mogelijk hoofd trekt en er niet al te onverzorgd uitziet.
In de buurt van de lobby
bevindt zich altijd wel een reeks toiletten en nadat je een een toilet hebt uitgezocht, ga je daar uitgebreid een
plasje doen. Je wast je handen na afloop met water dat in sommige gevallen
afkomstig is uit gouden kranen.
Jarenlang werkte dit systeem
prima. Soms betreurde ik het als ik niet hoefde te plassen wanneer ik
bijvoorbeeld langs het Landmark Hotel in Sukhumvit Road liep. Daar kan men pas
plassen op niveau.
Drie weken geleden liep ik
op Sukhumvit Road van een boekhandel naar een skytrain-station. Ik moest
ontzettend nodig plassen, mijn blaas stond op knappen. Ik stapte het eerste het
beste vijfsterrenhotel binnen, in dit geval een Sofitel, en werd bij
binnenkomst direct staande gehouden door een vriendelijk dame die bij het hotel
hoorde.
Ze stelde zich voor (“Mot”)
en vroeg me waarmee ze me van dienst kon zijn. Dit was een nieuwe situatie voor
me en mijn hersenen werkten op volle toeren. Met een volle blaas valt dat niet
mee. Om de een of andere reden kreeg ik de woorden “ik moet pissen als een
reiger” niet uit mijn strot.
Ik vertelde haar dat mijn
ouders over drie weken Bangkok zouden bezoeken en dat ik een beetje rondkeek om
een geschikt onderkomen voor ze te vinden. Mot nam me gelijk mee naar de 44ste
verdieping om mij daar uitgebreid een showkamer te tonen. Ze vertelde dat het
hotel nog maar een paar dagen geopend was en dat er nog geen gasten waren.
Nu snapte ik waarom het
personeel alle tijd had om iedere bezoeker een uitgebreide rondleiding te
geven. Na de rondleiding zo kort mogelijk gehouden te hebben en afscheid van
Mot genomen te hebben, sprong ik in een taxi en stond ik binnen twee minuten
voor het drie kilometer verderop gelegen Landmark Hotel. Ik sprintte naar het
dichtstbijzijnde toilet in het hotel en verloste mijzelf daar van een veel te
volle blaas.
Heb ik iets geleerd van deze
gebeurtenis? Ja, mijn systeem werkt op zich wel, maar behoeft enige verfijning.
Nieuwe vijfsterrenhotels zijn bijvoorbeeld absoluut taboe.