zaterdag 13 oktober 2012

Bonita Avenue

Het boek Bonita Avenue van Peter Buwalda is het verhaal van een familie die langzaam maar zeker en onvermijdelijk uit elkaar valt, hetzij door de dood, hetzij door in het leven banden te verbreken. Het is het verhaal van menselijke onvermogens, verraad en zelfdestructie.

De spanning zit ‘m niet in de afloop, want die is al in een vrij vroeg stadium bekend. De spanning zit ‘m vooral in het hoe en het waarom van de desintegratie van een op het oog redelijk gelukkig en succesvol gezin.

De personages zijn immer op de vlucht; voor zichzelf, voor het leven en voor de ander. Niet dat dit ergens toe leidt overigens.

Uit het bovenstaande zou de conlusie getrokken kunnen worden dat Bonita Avenue een treurige en sombere roman is. Dat is niet zo. Als ik een etiket op deze roman zou moeten plakken, zou ik het een dark comedy willen noemen, want er valt namelijk redelijk veel te (glim)lachen, vooral om de  absurde situaties en de rake typeringen van de schrijver. Want schrijven kan Buwalda wel.

Dit boek doet me in de verte wat denken aan de romans van John Irving: absurde situaties, en een sterk, afgerond verhaal met hoofdpersonen die niet bepaald clichématig worden neergezet. De thematiek is toch vooral het menselijk onvermogen om gelukkig met jezelf en met de ander te kunnen worden.

Waar Irving zijn personages uiteindelijk vaak na een lange zoektocht (die tot inzichten en wijsheden leidt) toch het geluk laat vinden is daar bij Buwalda geen sprake van. Zelf een lange zoektocht naar zingeving brengt de mens uiteindelijk geen stap verder.

Het was niets, het is niets en het zal nooit iets worden.

*****

zaterdag 29 september 2012

Rugpijn en films

Het is waar wat Johan Cruyff ooit gezegd heeft: ieder nadeel heeft zijn voordeel. Omdat ik de laatste weken behoorlijk last van mijn rug had (spit, reuma, slijtage, ouderdom, wie zal het zeggen) en daardoor wel gedwongen was dagenlang plat op mijn rug door te brengen, had ik eindelijk de gelegenheid een stapel films te bekijken die al veel te lang op de plank lagen om bekeken te worden.

In de praktijk vulde ik drie dagen met het kijken naar zo’n vijftien films. Plat op de rug met een laptop op de buik en een koptelefoon over het wijze hoofd getrokken heb ik deze klus geklaard.

Hieronder zal ik enkele van de tot mij genomen films kort bespreken, overigens zonder al te veel van de inhoud prijs te geven.

Miss Bala (Mexicaans, 2011).  Deze grimmige film zonder veel opsmuk speelt zich af in het geweldadige Mexicaanse criminele circuit. Een  doorsnee vrouw wordt daar, zonder zelf een keuze te hebben, onderdeel van. Het idee dat de mens van nature goed is, wordt door deze film behoorlijk aan het wankelen gebracht. ****

An Education (Engels, 2009). Speelt zich af in een Londense buitenwijk tijdens het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. Op zich een vrij eenvoudig verhaal, dat door de nuances en het voortreffelijke spel van de acteurs een topfilm is. Een meisje van 16 jaar krijgt de kans te ontsnappen aan de benauwende atmosfeer van het na-oorlogse Londen. Die kans grijpt ze met beide handen aan. *****

Lock, stock and two smoking barrels (Engels,1999). Dit is een buitengewoon humoristische film zonder veel pretenties die zich afspeelt in de Londense onderwereld. Grappige personages, lachwekkende dialogen en een vet cockney-accent. Ondanks het feit dat het aantal lijken in deze film aan de hoge kant is, is dit toch een feel good movie. Deze film is een beetje een voorganger van het iets geliktere maar even grappige Snatch. Je kunt veel van Engelsen zeggen, maar niet dat het ze aan gevoel voor humor ontbreekt.****

Sur mes levrès (Read my lips) (Frans,2001). Eén van de allerbeste acteurs ten wereld, waar sterren als Brad Pitt en George Clooney nog een puntje aan kunnen zuigen, is de Franse acteur Vincent Cassel. Vincent Casssel speelt geen rol, hij ís de rol. Vincent Cassel is deze keer een ranzig, net uit de gevangenis ontslagen kruimeldiefje die via de reclassering als hulpje van een bijna dove secretaresse aan de slag gaat bij een onroerend goed firma. Tussen de secretaresse en de kruimeldief ontstaat een relatie. ****

The Snowtown Murders (Australisch, 2011). Een supergewelddadige film die zich afpeelt in de treurige onderklasse van Australië. Een gure, nietsverbloemende inkijk in de wereld van de kanslozen.  Gebaseerd op de beruchte (waargebeurde) seriemoorden, gepleegd door onder anderen de charismatische psychopaat John Bunting, werkelijk zeer voortreffelijk neergezet door de acteur Daniel Henshall. ****

Headhunters (Noors-Duits, 2011).  Een prachtige thriller die me wat doet denken aan No Country For Old Men van de gebroeders Coen. Het verhaal is vrij absurd, soms zo over de top voor wat betreft bloederige scenes, dat het gewoon grappig is. Het leuke van de film zit ‘m ook in de kleine dingen: een grote vechthond die vastgeprikt zit aan een tracktor, eeneiige en dikke tweelingbroers die de rol spelen van politiemannen. Veel te zien, te lachen en te genieten. Nog behoorlijk spannend ook. Gebaseerd op het gelijknamige boek van Jo Nesbø. ****

Animal Kingdom (Australisch, 2010).  De zeventienjarige Joshua komt na het overlijden van zijn moeder terecht bij zijn grootmoeder. Die is niet alleen, maar leeft samen met vier ooms van Joshua die allen maffia-figuren zijn.  De film geeft een boeiend inkijkje in het leven van deze gangsters. Morele zekerheden (wat is per definitie goed en fout) worden door deze film aan het wankelen gebracht. ****

American Beauty (Amerikaans, 1999). Het treurige van Hollywood-films vind ik altijd de te nadrukkelijke aanwezigheid van een moraal, een boodschap. Dat geldt ook voor deze film. Desalniettemin een prachtige film, waarin de boodschap (het gaat in de Amerikaanse samenleving teveel om uiterlijkheden) buitengewoon knap verpakt is, met humor, een strak verhaal met soms verrassende wendingen en goed acteerwerk. ****

Met mijn rug gaat het overigens weer een stuk beter!

woensdag 12 september 2012

Te veel en te weinig betalen


Een paar dagen uitwaaien  aan de Thaise Golf in Pattaya of Hua Hin is heerlijk, maar ik moet er niet aan denken om me permanent in dergelijke toeristische oorden te gaan vestigen. Nagenoeg iedere Thai die zich in Pattaya bevindt, is daar voor maar één ding: centjes verdienen. Centjes verdienen aan toeristen om het preciezer te zeggen.

Daar is niets mis mee, maar omdat ik blank ben, word ik als vanzelfsprekend door iedere Thai in Pattaya gezien als een toerist, terwijl ik dat niet ben. Is dat erg? Nee, niet als je maar een paar dagen per jaar in Pattaya verblijft. Vervelend is het als je wat langer in Pattaya verblijft. Omdat ik vanwege mijn huidskleur vanzelfsprekend als toerist gezien wordt, gelden voor mij prijzen die te hoog liggen. Dat geldt voor nagenoeg iedere service en aankoop.  Dat is irritant, maar voor een paar dagen prima uit te houden.

Het grappige is dat in niet-toeristisch Thailand precies het tegenovergestelde het geval is. In de Bangkokiaanse wijk waar ik momenteel woon, zijn nagenoeg geen blanken en veel Thai vinden het prachtig om een praatje met een blanke te kunnen aanknopen. Dit resulteert in grotere porties eten en in kortingen die ik vooral op eten krijg. 

zaterdag 1 september 2012

De macht van meneer Miller en andere boeken


Veel goede schrijvers zijn er niet in Nederland, een uitzondering daargelaten. Daarom kies  ik meestal voor boeken uit het Engelse taalgebied. De laatste Nederlandstalige schrijver van internationale allure was de Vlaming Willem Elsschot, maar die is al meer dan vijftig jaar dood. Mulisch, Reve en Hermans vind ik overschatte schrijvers, internationaal gezien niet meer dan middenmoot.

Ik leefde dus met het vooroordeel dat alles wat in het Nederlands geschreven wordt, bij voorbaat bagger is. Daar moet ik van terug komen.

De afgelopen weken heb ik na het lezen van enkele goede recensies vier boeken gelezen van Charles den Tex, een Nederlandse schrijver van thrillers. Ik ben begonnen met twee boeken uit de Bellicher serie (althans, ik hoop dat het een serie wordt): De macht van meneer Miller en Cel. Beide boeken heb ik verslonden. Beide boeken hebben vaart, zijn spannend en hebben een goed doordacht plot. De personages zijn mooi uitgewerkt. Waarin De Tex zich onderscheidt, is het virtuoos hanteren van de taal. Minstens iedere pagina valt er iets te glimlachen.

Van De macht van meneer Miller is een TV-serie gemaakt. Dat snap ik nu wel. Beide boeken zijn winaar van de Gouden Strop geworden: De macht van meneer Miller in 2005 en Cel in 2008.

Twee eerdere boeken van Den Tex: Dump (1995) en Code 39 (1998), zijn ook prima boeken, maar hebben nog niet het nivo van de hierboven beschreven boeken. Met name het ‘Stegger-personage’ in Code 39 vond ik erg aardig.



vrijdag 24 augustus 2012

Gesprekje met een Noor


Gisteren een lang en ook wel boeiend gesprek gehad met een ongeveer vijftigjarige Noor. De man woont permanent in Thailand en is muzikant. Gekscherend vroeg ik hem of het fijn was om Noor te zijn, gezien het feit dat zijn vaderland het rijkste land ter wereld is, afgezien van enkele olielanden en mini-staatjes. Dit alles vooral dankzij olie- en gasopbrengsten.

Tot mijn lichte verbazing ging hij serieus op mijn vraag in en hij antwoordde me dat de Noorse rijkdom eerder een last dan een lust is. Daar wilde ik wel meer van weten en een gesprek ontspon.

Hij vertelde dat veel Noren moe van de rijkdom zijn. Wat je ook doet en wie je ook bent, er is altijd meer dan voldoende geld beschikbaar. Iedere prikkel om iets te bereiken of om creatieve bronnen in jezelf aan te boren ontbreken ten enen male, want geld is er immers in overvloed. De Noorse overheid zorgt zo goed voor zijn inwoners, dat het als een klamme, verstikkende deken aanvoelt.

Noorwegen is dan wel het rijkste land ter wereld, maar volgens hem zonder enige twijfel ook het saaiste land ter wereld. Niemand haalt het beste uit zich en iedereen sukkelt maar wat sloom door het leven. In Thailand leven zo’n 4.000 Noren permanent, vertelde hij me, moe als ze allemaal zijn van het risicoloze en voorspelbare leven in Noorwegen.

Een bloeiende cultuur ontbreekt ten enen male in Noorwegen. Zelfs Zweden is een stuk spannender dan Noorwegen. Daar gebeurt ten minste wat. Niet veel..., maar in ieder geval wat. Zelf heeft hij enkele jaren geleden zijn goede baan in Noorwegen opgezegd en inmiddels leeft hij al enkele jaren als muzikant in Thailand.

Noorwegen is de verzorgingsstaat in optima forma. De mensen zijn er rijk, maar veel lol hebben ze er klaarblijkelijk niet, dat werd me wel duidelijk.

vrijdag 17 augustus 2012

11-22-1963


Tot pakkembeet zo mijn 22ste, heb ik Stephen King verslonden.  Ik las alles van hem en hij schreef hele dikke boeken. Deze combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik letterlijk tienduizenden bladzijden van hem gelezen moet hebben.

Maar naarmate de tijd verstreek, vond ik King steeds minder lezenswaardig. Het genre (horror) waarin hij zich beweegt, is niet echt mijn ding. Ik vond hem steeds minder verrassend en uiteraard veranderde ikzelf ook.

Dus heel lang heb ik King links laten liggen. Tot drie dagen geleden, want toen heb ik (na het lezen van goede kritieken) toch maar weer een boek van King opgepakt: 11-22-1963. Daar heb ik geen spijt van. Geen horror deze keer, maar een combinatie van verschillende andere genres: thriller, science fiction, non-fictie.

King verkoopt beter dan de bijbel en toch is deze financieel onafhankelijke man er weer in geslaagd een formidabel boek te schrijven.  Schrijven is bij hem geen beroep maar een roeping. Het plezier spat van de pagina’s.

Het boek levert wel een probleem op: nadat de eerste 10 bladzijden gelezen zijn, is het onmogelijk om deze baksteen (846 bladzijden, een ouderwets  King-formaat) aan de kant te leggen. Wees dus gewaarschuwd.


vrijdag 10 augustus 2012

Stad of platteland?


Hoe is het mogelijk dat veel mensen wonen in een grote stad verkiezen boven een leven op het platteland? In een grote stad heb je vaak geen tuin, de prijzen van wonen liggen er een stuk hoger en het aantal bewoonbare vierkante meters zijn meestal veel kleiner in getal.

Toch kan ik me wel vinden in de stelling dat stedelijk wonen te verkiezen is boven landelijk wonen.

 Het is waar: de woning waar ik nu woon, is inderdaad een stuk kleiner. Maar aan de andere kant ben ik heel vaak uithuizig, meer dan ik ooit op het platteland gewend was. Voor lekker eten heb ik de keuze uit de beste restaurants in dit deel van de wereld. De meeste vrienden wonen in Bangkok, dus we kunnen elkaar makkelijk ontmoeten. Vrienden ontmoet je soms bij bij elkaar thuis, maar nog vaker in de grote parkachtige tuinen die je op de kavels van ieder redelijk riant appartementencomplex kunt vinden.

De infrastructuur is super: snel internet en efficient transport. Vliegvelden in de buurt. Nooit stroomuitval. De duurste shopping-malls, de goedkoopste weekend-markten. De nieuwste films. Een uiterst gevarieerd uitgaansleven, van braaf tot ruig. Een gym, nooit verder dan twee kilometer weg. Remia knoflooksaus en de beste rode wijnen, het is er allemaal.

En dan dus het prachtige Lumpini-park, waar ik ieder dag mijn rondjes fiets. Dit park wordt perfect onderhouden en is vrij van honden. Dat doen ze allemaal speciaal voor mij.

Knallen in het Lumpini-park

Oase van rust

Vaste bewoner van het park: een monitor-lizard


woensdag 1 augustus 2012

Op de 26ste verdieping

Vanmiddag bij David op bezoek geweest. Op de fiets zoals gebruikelijk. Fietsen in Bangkok is nog steeds leuk. Bij veel mensen zoek je naar woorden en duurt de tijd lang. Bij David is dat niet het geval. De tijd is altijd te kort en de woorden komen als vanzelf.

Vanaf 26ste verdieping hartje Bangkok

Maatje David vervult huiselijke plichten

zaterdag 28 juli 2012

Wie is Nelson Mandela?


De dagen vliegen voorbij en het is vandaag alweer zondag. De enige vrije dag van de week die we samen hebben. Zo meteen eerst fietsen naar het Lumpinipark, daar een flink stuk wandelen. Daarna naar Bo-Be, een markt waar je heel goedkoop kleding kunt aanschaffen. Ik wil nog wat sportkleding. Afsluitend nog even naar Villa Market om daar wat lekkere yoghurt aan te schaffen. Misschien ook een stukje kaas, maar daar twijfel ik nog wat over.


Gisteren een groot deel van de dag drie achttien-jarige dames op bezoek gehad. Dat is mijn zaterdagclubje. Ik weiger Engels op de ouderwetse manier te geven, met veel grammatica enzo. Het is meer een soort wereldorientatie waar ik de meiden mee lastig val. Dat is begonnen, een maand of wat geleden toen ik er achter kwam dat geen van de drie meiden Nelson Mandela kende. Ze hadden zelfs nog nooit van hem gehoord, terwijl het drie intelligente en nieuwsgierige meiden zijn. Ik vond dit gebrek aan algemene kennis zo schrijnend dat ik besloten heb daar wat aan te doen.


Gisteren heb ik het voor een deel van de tijd gehad over het feit dat er behalve blanken ook zwarte mensen uit bijvoorbeeld de VS en Europa afkomstig zijn. Dat vindt een Thai maar raar. Nu snappen de meiden hoe dat allemaal zo gekomen is. Dat heeft nooit iemand ze uitgelegd, zowel niet thuis, als op school als in de media

Ik val ze soms ook lastig met zinloze informatie. Daar ben ik heel goed in: mensen lastig vallen met zinloze informatie.  Gisteren heb ik ze uitgelegd hoe de winkelketen 7-Eleven aan de naam komt. Deze winkelketen heeft duizenden vestigingen in Thailand, op iedere hoek van de straat vind je zo'n, van oudsher Amerikaanse winkel. Inmiddels zijn deze winkels 24 per dag geopend, maar dat is niet altijd zo geweest: de naam refereert aan de openingstijden die ooit gehanteerd werden.


Het is vooral intuitief lesgeven: ik weet vooraf nooit precies waar ik tijdens de lessen uitkom.


Uiteraard geef ik ze ook wel wat Engels, zelfs grammatica, maar ik houd het altijd bij maximaal 20 minuten grammatica. Dan blijft het leuk voor hen en ook voor mij. Wel probeer ik zoveel mogelijk Engels met ze te spreken, maar dat is vanzelfsprekend.

dinsdag 24 juli 2012

Chinese Thai


Al geruime tijd woon ik in een volksbuurt dicht bij het centrum van Bangkok. De helft van de bewoners zal zo ongeveer Thai zijn, terwijl de andere helft Thai van Chinese origine is. Meestal de vierde of vijfde generatie. Andere blanken zie ik hier zelden of nooit.

Nagenoeg alle winkels zijn in Chinese handen, terwijl de meeste Thai in naburig gelegen fabrieken werkzaam zijn. De Chinese Thai staan erom bekend enorm op de penning te zijn. Ze leven als armoedzaaiers, terwijl ze over het algemeen behoorlijk wat te besteden hebben. Uiteraard generaliseer ik wat, maar ik geloof niet dat ik er ver naast zit.

Een week geleden zat ik in een taxi naast een Thai en op een gegeven moment vroeg ik hem tijdens ons geprekje wat nou het verschil is tussen een originele Thai en een Chinese Thai. Hij antwoordde dat een Chinese Thai 20% van zijn maandinkomen uitgeeft en de rest oppot, terwijl een Thai de neiging heeft 120% van zijn maandinkomen te spenderen. Op mijn opmerking dat een Thai dus nooit genoeg geld heeft, antwoordde hij: dat klopt, maar het geld dat we tekort komen, lenen we gewoon van een Chinese Thai.

zaterdag 21 juli 2012

Lumpinipark

Wat het Vondelpark voor Amsterdam is en wat Central Park voor New York is, is Lumpini Park voor Bangkok. Een groene long in het centrum van de stad, omringd door beton. Het was vanmorgen extra druk in dit park. Omdat het zondag is en vanwege het prachtige weer.


Het grootste publieke park in Bangkok lag er weer prima bij. De meeste parken in Bangkok worden uitstekend onderhouden. 


Vanmorgen na een lange fietstocht een half uurtje uitgerust in dit park. 

Lumpinipark (1)


Lumpinipark (2)


Thai van Chineze origine doen groepsgewijs en op muziek een soort ochtendgymnastiek in het Lumpinipark



vrijdag 13 juli 2012

Fietsen in Bangkok

Een week geleden heb ik een nieuwe fiets aangeschaft en ik ben er hartstikke blij mee. Ik probeer iedere dag een uur te fietsen. Maar dat hangt een beetje af van de tijd die ik heb en of het droog weer is. Het is prima te doen: fietsen in Bangkok.


Ik heb de fiets gekocht in de buurt van de Chatuchak-markt. Nadat ik de fiets gekocht had, moest ik daarmee natuurlijk nog wel naar huis. Dwars door het centrum van Bangkok gefietst. Via Saphan Kwai naar het Victory Monument, toen door Phayathai Road langs het MBK-winkelcentrum, daarna links af over Rama IV en toen rechts Silom Road op. Daar tot het einde van de weg gereden en linksaf Charoen Krung ingeslagen richting huis.


De reis (het zal een kilometer of vijftien geweest zijn) viel niet tegen. Ik wil niet beweren dat de lucht hier schoon is, maar van de uitermate smerige Bangkokiaanse lucht van een jaar of tien geleden, is nu absoluut geen sprake meer. De taxi's rijden nagenoeg allemaal op gas, terwijl die vieze tweetakt tuk-tuks inmiddels allemaal op stroom rijden. Af en toe zat ik wel achter een stinkende, dieselwalmen uitbrakende stadsbus.


Verder voelde ik me totaal niet onveilig, behalve toen ik op een gegeven moment op Rama IV Road pedaalde. Het was rustig op de weg, maar dat was maar van korte duur want opeens werd ik aan alle kanten voorbij gesjeesd door een horde snelrijdende auto's en brommers. Het probleem zat 'm er in dat ik nog precies op het midden van die weg reed ook. 


Help, was mijn eerste gedachte. Mijn tweede gedachte was: laat ik proberen maar zo snel mogelijk aan de kant van de weg zien te komen, maar dat leek me erg gevaarlijk. Als laatste dacht ik: laat ik maar rustig doorrijden waar ik nu rijd, met het verstand op nul en de blik op het oneindige. Dat was een wijze beslissing, want even later stond iedereen weer stil voor een stoplicht en kon ik op mijn gemak een veiliger positie zoeken.


Tot nu toe ben ik al fietsend maar één keer door een hond achterna gezeten. Het beest rende mij achterna en begon te grommen. Ik liet het tempo zakken en ben toen ook maar gaan grommen. Het onsympatieke zoogdier droop daarna af.


Mijn trouwe tweewieler, die ik voorlopig binnen bewaar.

donderdag 12 juli 2012

Wee het land waar haast het zijn bepaalt

Ben nu bezig een boek te lezen van de onlangs overleden Britse historicus Tony Judt waarin hij hartstochtelijk pleit voor de terugkeer van oude sociaal-democratische idealen. Volgens hem is er iets goed mis met onze huidige samenleving. Het egoisme en het materialisme van de laatste dertig jaar vindt hij zelfs tegen de natuur van de mens in druisen. Het boek draagt de veelzeggende naam Het land is moe.

Boeiende maar wel pittige materie.

Judt citeert in zijn inleiding een uitspraak van de bekende achttiende eeuwse dichter Oliver Goldsmith:

-Wee het land waar haast het zijn bepaalt
Waar rijkdom groeit, maar de mens verschraalt-

zondag 8 juli 2012

Bij David

Gisteren een spiksplinternieuwe fiets gekocht en daarmee vandaag (eind van de middag) vriend David bezocht. David bewoont een appartement op de 26ste verdieping van een gebouw in het centrum van Bangkok. Eerst lekker bijgekletst in zijn appartement en afsluitend een potje bier gedronken aan het opvallend grote en riante zwembad dat bij het appartementencomplex behoort.


Onderstaand enkele foto's die David deze week gemaakt heeft vanaf het dak van het gebouw waar hij woont.

 Bangkok bij zonsondergang vanaf het dak van het appartementencomplex van David (1)

Bangkok bij zonderondergang vanaf het dak van het appartementencomplex van David (2)

donderdag 5 juli 2012

Het Erawan Heiligdom

In Bangkok bevinden zich heilige plekken. Een van de meest in het oog springende heiligdommen is de Erawan Shrine. Deze heilige plek is in centraal Bangkok gesitueerd, waar ik vanmorgen toevallig moest zijn omdat ik op zoek ben naar een nieuwe fiets. De fietsenwinkel en deze heilige plek zijn nog geen honderd meter van elkaar verwijderd. Vandaar.


Deze heilige plek is gelegen op het terrein van het het Erawan hotel, een vijfsterren verblijf. Volledig tussen beton en drukke straten ingebouwd.


In het Thais noem je het tamboen, in het Engels to make merit en in het Nederlands betekent het zoiets als verdiensten maken. Maar het komt er op neer dat je door middel van het brengen van een offer je  leven nieuwe, postitieve impulsen wilt geven.


De goedkopere optie is om een paar staafjes wierook te branden en die voor het heiligdom te plaatsen. Eventueel met wat bloemenkransjes. Meestal zijn die geel. 


De duurdere optie, als de nood echt hoog is: plaats nemen voor een groepje zingende en dansende dames.  Dit kost wel wat en duurt maar even, maar dan heb je hopelijk ook wat.

 Het Erawan heiligdom

 Ingebouwd tussen heel veel beton

De goedkopere optie. Wierook en gele bloemen. Ontevreden of wellicht vlak voor een spannende gebeurtenis, maar nog niet wanhopig.

 Met stijl

 Wanhopige dame. Ik vermoed dat ze relationele en/of financiele problemen heeft.

Om de hoek een bedelares die een langslopende en bedelende vierpoter van een beetje water voorziet.


maandag 2 juli 2012

Vliegen is ranzig


Na een redelijk voorspoedige reis weer terug in Thailand. De elf uur durende vliegreis verliep prima. Toch blijft het een treurige en trieste aangelegenheid om zo lang met nog een paar honderd mensen op elkaar gepropt te zitten.

In een vliegtuig kun je niet het spontane besluit nemen om even wat ramen tegenover elkaar open te zetten om de zaak even goed te laten doorluchten. Om die reden wordt elf uur lang dezelfde lucht steeds ververst met ongetwijfeld zeer ingenieuze machines.  

Maar niet ingenieus genoeg, want naarmate de reis vordert wordt je je steeds meer (snif, snif) bewust van allerlei onwelriekende luchtjes, darmgassen vooral. We kunnen dus stellen dat intercontinentaal vliegen een tamelijk ranzige bezigheid is.

Thaise voeten in Hollandse klompen: het is even wennen. De meegenomen klompen zullen vermoedelijk vastgespijkerd aan een muur eindigen en met zwarte potgrond en rode bloemen  gevuld worden.

vrijdag 29 juni 2012

Twee boeken

De afgelopen week twee boeken gelezen. Eerst heb ik Een zomer zonder slaap van de Vlaamse thriller-auteur Bram Dehouck gelezen. Met dit boek heeft hij de Gouden Strop van 2012 gewonnen. Daarna heb ik De gekwelde man van de Zweedse schrijver Henning Mankell gelezen.

Om maar met het eerst gelezen boek te beginnen en ook om maar meteen met de deur in huis te vallen: Een zomer zonder slaap is een knap geschreven boek. Bram Dehouck schrijft mooi en is goed in staat een verhaal te schrijven met (vooral onderhuidse) spanning en humor. Het boek doet me wat denken aan het werk van de schrijver Stephen King: personages worden uitvoerig beschreven en zijn uiteindelijk op weg naar een onvermijdelijke ramp. In Een zomer zonder slaap is dat direct ook het einde van het boek. In tegenstelling tot King heeft Dehouck geen bovennatuurlijke fratsen nodig om rampen te kunnen veroorzaken. Grote windmolens zijn in Een zomer zonder slaap voldoende. Wel zijn de karakters in mijn ogen te weinig uitgediept en te oppervlakkig. Maar al met al een leuk boek, waarin geen woord te veel geschreven staat.

De gekwelde man is het eerste boek dat ik van Henning Mankell gelezen heb en het is gelijk het laatste boek in de Kurt Wallander serie die 11 boeken bevat. Dit boek wordt tekort gedaan door het simpelweg een thriller te noemen. De zieleroerselen van inspecteur Wallander worden zo mooi beschreven dat het het verhaal zelf eigenlijk bijzaak is. De ouder wordende en met zijn gezondheid tobbende Wallander wordt zo invoelend en levensecht neergezet, dat het wat mij betreft om literatuur met een hoofdletter L. gaat. Het goede nieuws voor mij is dat ik nog tien boeken in de Wallander serie te gaan heb, het slechte uiteraard dat er geen nieuwe ‘Wallanders’ meer bijkomen.

Een zomer zonder slaap krijgt van mij drie sterren en De gekwelde man vier.

woensdag 27 juni 2012

Daar aan dat kleine café aan het stoplicht

Nog maar enkele dagen voordat de onverbiddelijke terugreis naar Siam zal gaan  plaatsvinden. Vanmiddag wederom een plezierig verblijf in café De Burggraaf. Een praatje, een krantje, een biertje en een potje bilart. Wat wil een mens nog meer!

De heren de Jonge en Paalman verwikkelt in een diepgaand gesprek tijdens het biljarten in café De Burggraaf te Ommen  

vrijdag 22 juni 2012

Eekhoorn

In de tuin van het huis waar ik nu verblijf, wonen ook eekhoorns. De onderstaande eekhoorn komt iedere dag langs om wat nootjes te eten uit een bakje dat tegen een boom gespijkerd is. Voor dit dagelijkse maaltje hoeft hij niets te doen en zelfs niets te betalen. Veel gekker moet het niet worden.

Eekhoorn eet nootjes

dinsdag 19 juni 2012

Amsterdam

Vanmorgen naar Amsterdam geweest. Ik moest daar een paar dingen regelen. Na afloop daarvan nog een kopje koffie gedronken met vriend Leen uit Krabi die tijdelijk over is en die momenteel in zijn Amsterdamse woning verblijft.


 Typisch Nederlands landschap


 Deze winkel op het Damrak heeft zijn producten morgen op zijn laatst in de uitverkoop schat ik zo


 Leen op een bankje


Centraal Station Amsterdam

zondag 17 juni 2012

E-reader

Enkele maanden geleden heb ik de knoop toch maar door gehakt: ik heb een e-reader gekocht. En ik heb er geen spijt van. Het apparaatje is licht, past in een binnenzak en 'vreet' nagenoeg geen energie. Overal waar ik ben, kan ik zonder gesjouw en gesleep met boeken prima lezen. Ik heb alleen spijt van het feit dat ik niet veel eerder een e-reader gekocht heb. Momenteel staan er zo'n driehonderd boeken in het geheugen, maar er kunnen er zo'n 2.000 op. Als ik 180 jaar oud word, kan ik die misschien net allemaal lezen.

 E-reader opengeslagen

E-reader: nauwelijks langer dan mijn bril

vrijdag 15 juni 2012

De spierballen van Wesley Sneijder

Afgelopen week stond er een interessant artikel in Der Spiegel waarin de journalist Markus Feldenkirchen verklaringen probeert te geven voor het telkenmale falen van het Nederlands voetbalelftal: door de jaren heen verschrikkelijk veel goede en creatieve voetballers en nagenoeg niets winnen. Hoe valt dit te verklaren? Hij wijt dit aan een teveel aan individualisme en democratie, verklaarbaar vanuit historisch perspectief. Ondertussen laat de journalist geen spaan heel van het gedrag van onder anderen Robben en Sneijder. Lezen dus!

Het hele artikel (Engels) staat hier:
http://www.spiegel.de/international/europe/the-dutch-national-team-and-its-egotistical-players-at-the-euro-2012-a-838484.html

Een kortere versie (in het Nederlands) staat hier: http://www.trouw.nl/tr/nl/4328/Opinie/article/detail/3271665/2012/06/15/Nederlandse-voetballers-moeten-beetje-Duits-worden.dhtml 

donderdag 14 juni 2012

Boeken

De afgelopen maanden heb ik de volgende boeken gelezen. Als laatste de Stockholm-trilogie van de Zweedse advocaat Jens Lapidus. Erg goed en origineel wordt het leven aan de zelfkant in Stockholm beschreven. Het eerste deel verdient 5 sterren, de andere twee 3.

Pil van de cabaretier Mike Bodde is het knap geschreven autobiografische boek van een man die aan ernstige depressies lijdt. Verdient 4 sterren.

Annejet van der Zijl heeft een prachtige biografie geschreven over wijlen Prins Bernhard. Het boek Bernhard geeft een scherp beeld van de man en de tijd waaruit de man voort kwam. Vijf sterren.

Jonas Jonasson heeft een boek geschreven dat de lezers nogal verdeelt. De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween wordt door sommigen als geniaal omschreven en door anderen als een niet bijster geslaagde poging Catch-22 van Joseph Heller in grappigheid te evenaren. Ik hoor bij de laatste groep. Twee sterren.

Het IJzeren Huis van John Hart is een aanrader voor een ieder die van een spannende en knap in elkaar gedraaide thriller houdt. Vijf sterren. Lee Child staat met zijn Jack Reacher-serie altijd garant voor vier sterren en dat geldt ook voor De Rekening.

Liever rechtop sterven dan staande buigen is een flutboek. Abraham Moszkowicz spreekt de lezer aan alsof deze een kleuter is. Een ster voor de moeite.

De verrader van Auke Kok is het waargebeurde verhaal van een loser die zich dankzij de omstandigheden (WO II) belangrijk kon maken. Het verhaal van de megalomane en gewetenloze Anton van der Waals is vakkundig opgeschreven door Auke Kok. Vier sterren.

De historicus Ian Kershaw kan geweldig vertellen over alles wat met WO II te maken heeft en dat geldt ook voor zijn boek Tot de laatste man. Hierin legt hij overtuigend uit waarom de Duitsers doorvochten en zich pas overgaven ruim een jaar nadat al duidelijk was dat de oorlog verloren was. Vier sterren.

dinsdag 12 juni 2012

Fietsen

Alweer enkele dagen in Nederland en hoewel het wat frisjes is, bevalt het me hier prima. De eerste dagen veel volkoren brood met kaas gegeten en vandaag van Ommen naar Zwolle en vice versa gefietst. Viel me eerlijk gezegd niet mee. Had behoorlijk wat pijn in de spieren. Kan de leeftijd zijn, maar laten we het er op houden dat ik niet veel gefietst heb het afgelopen jaar.

 Een grote kerk in het centrum van Zwolle
Kasteel Rechteren, ergens tussen Ommen en Zwolle

zondag 3 juni 2012

Ontbijten

Vandaag een volledig vrije dag zonder ook maar een enkele verplichting. Na uitgeslapen te hebben (relatief dat wel, want om half zeven stonden we al naast onze bedjes) gingen we op zoek naar een ontbijt. In de soi waar we wonen is keuze genoeg. Deze keer kochten we een kipgerecht met een soepje. Thuis hebben we dit, zoals altijd met veel smaak opgegeten.

Onze maaltijd wordt bereid...

...en thuis met smaak genuttigd.

zaterdag 2 juni 2012

Oranje

Het straatbeeld in Thailand is meestal redelijk oranje gekleurd en dat heeft niets met het aanstaande EK te maken.  In tegenstelling tot hun westerse tegenhangers, begeven Thaise monniken zich met grote regelmaat buiten de tempel, waar zij het straatbeeld met hun kleurige kledij opvrolijken.

Foto enkele weken geleden gemaakt aan de oevers van de Mekong rivier

zaterdag 26 mei 2012

Verplaatsing in Bangkok

Het openbaar vervoer in Bangkok is vrij goed geregeld. Je kunt je verplaatsen met de stadsbus, de skytrain, de taxi, de metro, de brommertaxi en uiteraard met de gezichtsbepalende tuk-tuk. Het laatste transportmiddel gebruik ik bijna nooit: te duur en te oncomfortabel.


In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland, is het gebruik van de taxi erg goedkoop. Het starttarief is minder dan een Euro en voor zo'n 4 Euro kom je een heel eind. Verder maak ik redelijk veel gebruik van de skytrain, in tegenstelling tot de metro, niet omdat dat transportmiddel niet goed zou zijn, maar vanwege mijn claustrofobische aard.

Ondergetekende in een tuk-tuk. Wat vooral opvalt zijn de nogal witte benen,

vrijdag 25 mei 2012

Het eten is ok

Sommige dingen zijn beter in Nederland, sommige dingen beter in Thailand. Mis ik Nederland? Nee. Zou ik Thailand missen als ik elders zou wonen? Nee, ook niet. Het laatste is niet helemaal waar, want het eten dat ik iedere dag weer mag verorberen in Thailand is van een ongekende kwaliteit. Overdrijf ik? Nee.


Het is niet voor niets dat het in Nederland barst van de Thaise restaurants terwijl Nederlandse restaurants in Thailand, op wat toeristische plekken na, niet bestaan. 


Het meest verbazingwekkende is het feit dat er minstens 500 Thaise gerechten bestaan., waarvan ik er circa 480 gewoon erg lekker vind. Thailand heeft nog nooit een Nobelprijs in de wacht gesleept, maar als er een Nobelprijs voor culinaire verdiensten zou bestaan, dan zou Thailand ieder jaar aan de haal gaan met die prijs.

Riviervis met links een pittige saus. Verder kleefrijst en gewone rijst met groente.

woensdag 23 mei 2012

Zwart en wit


Onder het motto U roept en wij draaien verkoopt Unilever in Nederland producten die de huid een bruine teint geven terwijl dezelfde multinational in Thailand producten verkoopt die de huid een lichtere teint moeten geven. Deze ietwat cynische verkoopstrategie legt Unilever, zeker in Thailand, geen windeieren, want in geen enkele Thaise badkamer die ik tot nu met een bezoek heb mogen vereren, ontbraken deze whitening products. Hoe witter hoe beter, hoe mooier, hoe knapper. Een lichte huidstint is het schoonheidsideaal in Thailand.

Mensen met een lichte teint belichamen in Thailand de grote stad, rijkdom, welvaart, een goede baan, kortom zij belichamen een succesvol leven. Mensen met een donkere teint staan voor het platteland, armoede en het harde boerenleven.

Vroeger was het in Nederland niet anders, want voor het ontstaan van het massatoerisme in de na-oorlogse jaren was een witte huid ook in Nederland een ideaalbeeld, niet veel anders dan nu in Thailand. Een witte huid betekende dat je niet op het land hoefde te werken en dat je van een hogere komaf was.

Kijk er de meeste historische portretten maar op na: verreweg de meeste geschilderden werden onnatuurlijk wit weergegeven,  Hendrik de Achtste maar ook bijvoorbeeld Mona Lisa met haar lelieblanke gezicht.

In Nederland is dit ideaalbeeld veranderd tijdens de opkomst van het massatoerisme vanaf de jaren 50 (vorige eeuw) want vanaf toen was het hebben van een bruine teint juist een teken van rijkdom en welvaart, het gaf namelijk aan dat je het geld had om naar verre, warme oorden te reizen.

In Thailand zijn het de Thai-Chinezen die het die het meest succesvol zijn in de Thaise samenleving en laat dat nu net die bevolkingsgroep zijn die een tikkeltje witter is dan de gemiddelde Thai. De mensen uit Issaan, de regio in het noordoosten van Thailand, hebben over het algemeen een iets meer donkere huidsteint dan de gemiddelde Thai. Laat Issaan nou ook toevallig net de armste regio in Thailand zijn. Zo wordt de relatie tussen huidskleur en het wel of niet succesvol zijn in het leven op dubbele wijze bevestigd. Vergis u niet, de kleur van je huid is een tamelijk bepalende factor in de Thaise samenleving.

Veel acteurs die figureren in Thaise reclamespots hebben Chinees- of farang-bloed in hun aderen vloeien. In soaps spelen Thai met een donkere teint bijna zonder uitzondering de rol van schoonmaker, bediende, ondergeschikte of slechterik.

zondag 20 mei 2012

Zere rug, een afscheid en een groen potje

Ik snap niet hoe het kan, want ik voel me eigenlijk altijd topfit. Maar het is een feit dat mijn rug me gigantisch in de steek laat de laatste tijd. Ik heb de ene na de andere rugblessure. Soms van onder en soms van boven. Een dag of drie geleden draaide ik me om terwijl ik op een stoel zat en hup... weer de rug die kraakte en ik, die daarna geen kant op kon. 


Deze keer voelt het aan als een spierscheuring. Gisteren kon ik geen vin verroeren. Gelukkig was het zaterdag en was Oracha vrij van haar werk. Ze heeft me de hele dag als een pleegzuster Bloedwijn verzorgt. Vandaag was ik al een stuk beter te pas, terwijl Oracha nog moe was van de intensieve verzorging en vooral van het geweeklaag van ondergetekende. 


Twee avonden geleden ook nog vriend en vriendin Leen en Iat uitgezwaaid. Mijn goede vriend Leen ging vanuit Krabi naar Nederland en moest een uur of 6 stuk zien te slaan op het vliegveld in Bangkok vanwege een overstap. We bellen vaak, maar zien elkaar veel te weinig. Het weerzien op het vliegveld was een genoegen. Kopje koffie bij Starbucks en een dikke knuffel van Iat.


Iedereen die ik een goed hart toedraag in Nederland krijgt van mij de volgende maand een potje met groen spul. Dat spul zit in een klein potje en is overal geschikt voor: als massage-olie, als medicijn tegen muggensteken, als middel tegen verkoudheid, als middel tegen schaafwonden, spierpijn, enzovoort. Ik gebruik dit spul al jaren en heb het middeltje eigenlijk altijd als eerstehulp bij ongelukken in de buurt.

Oracha is moe van mijn geweeklaag

Kadootje voor de Nederlanders: groen spul in een potje

woensdag 16 mei 2012

Tuut tuut


Het valt me altijd weer op hoe absurd weinig er in het verkeer van Bangkok, toch een wereldstad, wordt geclaxoneerd. Claxoneren staat in Thailand gelijk aan agressief, schreeuwerig gedrag en aan dergelijk gedrag heeft een Thai een bloedhekel.

zaterdag 12 mei 2012

De zaterdagmiddag

Iedere zaterdagmiddag geef ik enkele dames een paar uren les. Uiteraard geef ik Engels, maar we voeren ook hele gesprekken over muziek en alles wat ons verder bezig houdt. Het is echt een genot om dat te doen. Wel kan ik de conclusie trekken dat er een generatiekloof tussen ons bestaat, want de muziek waar zij van houden (vooral Koreaanse bagger) vind ik helemaal niets terwijl zijn mijn goede smaak op dit gebied (onbegrijpelijkerwijs) ook niet weten te waarderen.

Nook en Nun

dinsdag 8 mei 2012

Plassen in Bangkok (2)


Vanaf het moment dat ik gisterochtend ontwaakte tot het moment dat ik die avond mijn bedje weer opzocht, had ik plasdrang. Ik heb wel tien keer geürineerd en ik snapte niet hoe dat kwam, want normaal gesproken plas ik slechts een keer of drie per dag. Had mijn waterleiding een defect? Was mijn blaas ontstoken? Nee, dan kon het niet zijn want ik voelde me kiplekker.
Voor alle duidelijkheid moet wel vermeld worden dat ik iedere dag minstens 5 liter water drink. Thuis heb ik altijd een fles water binnen handbereik. Dat heeft te maken met het feit dat ik mij in een tropisch deel van de wereld bevind. Veel drinken is namelijk essentieel om dit klimaat aan te kunnen. Als de plas donkergeel en  branderig zijn uitweg zoekt, is dat een teken van een tekort aan vocht. Maar daar heb ik bijna nooit last van omdat ik, zoals gezegd iedere dag meer dan voldoende drink.

Vandaag was de plasfrequentie weer helemaal op peil: een keer of drie. Dus bleef nog steeds de prangende vraag hangen waarom ik gisteren zo vaak moest plassen. Daar kreeg ik antwoord op toen ik vanmorgen de krant las. Het bleek dat het gisteren een extreem koude dag was geweest. Een relatief koude dag, dat wel, want het was nog steeds 28 graden geweest, maar in vergelijking tot de rest van de week was het inderdaad een graad of tien koeler.

April en mei zijn in Thailand de warmste maanden van het jaar met maximumtemperaturen die dan zo tussen de 35 en de 40 graden schommelen. Gisteren viel wat dat betreft dus flink uit de toon en dat verklaarde gelijk mijn hoge plasfrequentie: ik dronk de gebruikelijke vijf liter terwijl mijn lichaam als gevolg van de lagere temperaturen die dag veel minder vocht verbruikte. Het overtollige vocht werd er dus keurig uitgepiest.

zondag 6 mei 2012

Ubon

Hieronder nog wat willekeurige foto's, gemaakt tijdens mijn vierdaagse verblijf in de provincie Ubon. Ubon is de meest westelijke provincie van Thailand en dat is vooral goed te merken tijdens zonsopkomst en zonsondergang: dat vindt daar een half uur eerder plaats dan in Bangkok.


Het dagelijkse uurtje rennen moest natuurlijk wel doorgaan. Hier op een trapveldje voor een lagere school.

Kanoen, een heerlijke zoete vrucht

Twee waterbuffels, een maatje S en een maatje L

Het toilet was niet luxe, maar ik kon er alles doen wat ik moest doen

Hagedisje