vrijdag 24 augustus 2012

Gesprekje met een Noor


Gisteren een lang en ook wel boeiend gesprek gehad met een ongeveer vijftigjarige Noor. De man woont permanent in Thailand en is muzikant. Gekscherend vroeg ik hem of het fijn was om Noor te zijn, gezien het feit dat zijn vaderland het rijkste land ter wereld is, afgezien van enkele olielanden en mini-staatjes. Dit alles vooral dankzij olie- en gasopbrengsten.

Tot mijn lichte verbazing ging hij serieus op mijn vraag in en hij antwoordde me dat de Noorse rijkdom eerder een last dan een lust is. Daar wilde ik wel meer van weten en een gesprek ontspon.

Hij vertelde dat veel Noren moe van de rijkdom zijn. Wat je ook doet en wie je ook bent, er is altijd meer dan voldoende geld beschikbaar. Iedere prikkel om iets te bereiken of om creatieve bronnen in jezelf aan te boren ontbreken ten enen male, want geld is er immers in overvloed. De Noorse overheid zorgt zo goed voor zijn inwoners, dat het als een klamme, verstikkende deken aanvoelt.

Noorwegen is dan wel het rijkste land ter wereld, maar volgens hem zonder enige twijfel ook het saaiste land ter wereld. Niemand haalt het beste uit zich en iedereen sukkelt maar wat sloom door het leven. In Thailand leven zo’n 4.000 Noren permanent, vertelde hij me, moe als ze allemaal zijn van het risicoloze en voorspelbare leven in Noorwegen.

Een bloeiende cultuur ontbreekt ten enen male in Noorwegen. Zelfs Zweden is een stuk spannender dan Noorwegen. Daar gebeurt ten minste wat. Niet veel..., maar in ieder geval wat. Zelf heeft hij enkele jaren geleden zijn goede baan in Noorwegen opgezegd en inmiddels leeft hij al enkele jaren als muzikant in Thailand.

Noorwegen is de verzorgingsstaat in optima forma. De mensen zijn er rijk, maar veel lol hebben ze er klaarblijkelijk niet, dat werd me wel duidelijk.

vrijdag 17 augustus 2012

11-22-1963


Tot pakkembeet zo mijn 22ste, heb ik Stephen King verslonden.  Ik las alles van hem en hij schreef hele dikke boeken. Deze combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik letterlijk tienduizenden bladzijden van hem gelezen moet hebben.

Maar naarmate de tijd verstreek, vond ik King steeds minder lezenswaardig. Het genre (horror) waarin hij zich beweegt, is niet echt mijn ding. Ik vond hem steeds minder verrassend en uiteraard veranderde ikzelf ook.

Dus heel lang heb ik King links laten liggen. Tot drie dagen geleden, want toen heb ik (na het lezen van goede kritieken) toch maar weer een boek van King opgepakt: 11-22-1963. Daar heb ik geen spijt van. Geen horror deze keer, maar een combinatie van verschillende andere genres: thriller, science fiction, non-fictie.

King verkoopt beter dan de bijbel en toch is deze financieel onafhankelijke man er weer in geslaagd een formidabel boek te schrijven.  Schrijven is bij hem geen beroep maar een roeping. Het plezier spat van de pagina’s.

Het boek levert wel een probleem op: nadat de eerste 10 bladzijden gelezen zijn, is het onmogelijk om deze baksteen (846 bladzijden, een ouderwets  King-formaat) aan de kant te leggen. Wees dus gewaarschuwd.


vrijdag 10 augustus 2012

Stad of platteland?


Hoe is het mogelijk dat veel mensen wonen in een grote stad verkiezen boven een leven op het platteland? In een grote stad heb je vaak geen tuin, de prijzen van wonen liggen er een stuk hoger en het aantal bewoonbare vierkante meters zijn meestal veel kleiner in getal.

Toch kan ik me wel vinden in de stelling dat stedelijk wonen te verkiezen is boven landelijk wonen.

 Het is waar: de woning waar ik nu woon, is inderdaad een stuk kleiner. Maar aan de andere kant ben ik heel vaak uithuizig, meer dan ik ooit op het platteland gewend was. Voor lekker eten heb ik de keuze uit de beste restaurants in dit deel van de wereld. De meeste vrienden wonen in Bangkok, dus we kunnen elkaar makkelijk ontmoeten. Vrienden ontmoet je soms bij bij elkaar thuis, maar nog vaker in de grote parkachtige tuinen die je op de kavels van ieder redelijk riant appartementencomplex kunt vinden.

De infrastructuur is super: snel internet en efficient transport. Vliegvelden in de buurt. Nooit stroomuitval. De duurste shopping-malls, de goedkoopste weekend-markten. De nieuwste films. Een uiterst gevarieerd uitgaansleven, van braaf tot ruig. Een gym, nooit verder dan twee kilometer weg. Remia knoflooksaus en de beste rode wijnen, het is er allemaal.

En dan dus het prachtige Lumpini-park, waar ik ieder dag mijn rondjes fiets. Dit park wordt perfect onderhouden en is vrij van honden. Dat doen ze allemaal speciaal voor mij.

Knallen in het Lumpini-park

Oase van rust

Vaste bewoner van het park: een monitor-lizard


woensdag 1 augustus 2012

Op de 26ste verdieping

Vanmiddag bij David op bezoek geweest. Op de fiets zoals gebruikelijk. Fietsen in Bangkok is nog steeds leuk. Bij veel mensen zoek je naar woorden en duurt de tijd lang. Bij David is dat niet het geval. De tijd is altijd te kort en de woorden komen als vanzelf.

Vanaf 26ste verdieping hartje Bangkok

Maatje David vervult huiselijke plichten